Dat mensen beleggen voor hun pensioen is geen verrassing. Maar er blijft altijd een risico aan hangen. Wat als de beurs net bij de start van je pensioen een duik neemt? Er zijn verschillende manieren om je hier tegen in te dekken. Ik bespreek ze met je in deze blog in de serie “Spaarvader belegt”.
Dus je hebt gespaard voor je pensioen. Na jaren werken is eindelijk het moment gekomen dat jij (vervroegd) met pensioen gaat. Wat gebeurt er? Recessie. Zul je net zien. De waarde van je beleggingen daalt flink: de meeste recessies in de afgelopen 100 jaar duurden zes maanden tot bijna drie jaar. In die tijd daalde de waarde van de beurs minstens 20 procent met uitschieters tot bijvoorbeeld 50 procent. Dat is natuurlijk schrikken: je pensioen-potje is ineens nog maar de helft waard. Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem: ik bespreek er vandaag twee met je.

Eerste oplossing: stel je pensioen uit
De eerste is gemakkelijk: werk langer door. Met een gemiddelde recessie van zo’n 1 tot 2 jaar kan je er voor kiezen je pensioen uit te stellen totdat de markt is hersteld. Misschien spaar je nog even door en kan je lekker goedkoop investeren terwijl de beurzen zich herstellen. Als je investeringen weer genoeg geld waard zijn ga je alsnog met pensioen.
Lees ook: “De vijf dingen waar beleggers het meeste spijt van hebben“
Tweede oplossing: aandelen combineren met obligaties
Obligaties zijn leningen die door bedrijven of overheden worden uitgegeven. In feite leen je dus geld aan bijvoorbeeld de Nederlandse overheid tegen een redelijk constante rente. De rente op obligaties is historisch bijna altijd lager dan de groei van aandelenfondsen. Het grote voordeel van obligaties is dat bijvoorbeeld de Nederlandse staat een bijzonder betrouwbare investering is. Ons land zal niet binnenkort failliet gaan.
Het wordt in het algemeen aangeraden om, naarmate je dichter bij je geplande pensioenleeftijd komt, je investeringen in aandelen om te zetten in obligaties. Er gaan veel verschillende getallen rond over de optimale verhouding aandelen/obligaties. Het volstaat om te zeggen dat bij een horizon van 25 jaar of meer je in het algemeen met 100 procent aandelen kan werken. Bij een horizon van 10 jaar of minder wordt het tijd om richting de 100 procent obligaties te gaan.

Dit alles hangt overigens samen met je risicoprofiel. Ben jij in staat om al bij een dip van 20 procent al je investeringen van de beurs te halen? Zet jij alles om in harde euro’s als er genoeg krantenkoppen spreken van een aankomende recessie? Dan kan je misschien beter meer in obligaties investeren (of zelfs helemaal niet investeren). Alleen als jij het hoofd koel houdt, genoeg geld hebt om rond te komen en je beleggingshorizon meer dan 20 jaar weg is, kan je beleggen in aandelenfondsen. Ja, daar vallen ETF’s ook onder.
Lees ook: “Spaarvader belegt: geloof jij in de toekomst?“
Er is nog een belangrijke derde manier waarmee je je indekt tegen de grilligheden van de beurs. Dat heeft te maken met de “Safe Withdrawel Rate”, de SWR, die ook bekendstaat als de 4%-regel. Het duurde voor mij vrij lang tot ik de connectie legde, maar dankzij deze regel beleg ik met meer vertrouwen. In de volgende blog vertel ik je meer over dit onderwerp.
Wat is jouw beleggingsstrategie? Laat het weten in de commentaren!